De hulp ziet alles
Freida McFadden
Vroeger maakte ze de huizen van anderen schoon, nu heeft ze haar eigen gezin. Maar de hulp van de buren is niet het enige vreemde in hun nieuwe straat. Heeft ze een vreselijke fout gemaakt?
"Jullie moeten onze nieuwe buren zijn!" Mevrouw Lowell zwaait enthousiast over het houten hek. Ik pak de hand van mijn dochter vast en glimlach terug: maar zodra mevrouw Lowell mijn man ziet, verschijnt er een vreemde uitdrukking op haar gezicht. Op dat moment doe ik een belofte. Eindelijk hebben we een echt eigen huis. Mijn verleden ligt ver, ver achter ons. En ik zal er alles aan doen om dat zo te houden...
Vroeger maakte ik de huizen van anderen schoon. Nu kan ik niet geloven dat dit huis van mij is. De charmante keuken, de rustige doodlopende straat, de enorme tuin waar mijn kinderen kunnen spelen. Mijn man en ik hebben jarenlang gespaard om onze kinderen het leven te geven dat ze verdienen.
Ook al ben ik op mijn hoede voor onze nieuwe buurvrouw, mevrouw Lowell, als ze ons uitnodigt voor een etentje, is dit onze kans om vrienden te maken. Haar hulp doet de deur open, gekleed in een wit schort, haar haar in een strakke knot. Ik weet precies hoe het is om in haar schoenen te staan. Maar haar koude blik bezorgt me koude rillingen...
De hulp van de Lowells is niet het enige vreemde in onze straat. Ik weet zeker dat ik een schimmige figuur naar ons zie kijken. Mijn man verlaat 's avonds laat het huis. En als ik een vrouw ontmoet die aan de overkant woont, krijg ik kippenvel van haar woorden: wees voorzichtig met je buren.
Heb ik een vreselijke fout gemaakt door mijn gezin hierheen te verhuizen?
Ik dacht dat ik mijn donkerste geheimen achter me had gelaten. Maar zou deze rustige straat in de buitenwijken de gevaarlijkste plek van allemaal kunnen zijn?